DENK IK
HET ZATERDAGGEVOEL VAN ALLES
LOOM LATEN IS VERDWENEN.
VREESWEKKEND. IK MOET DE KALENDER GELOVEN.
EN KERKKLOKKEN DIE DE ZONDAG
KENMERKEN.
ZO RAKEN MIJN RICHTINGWIJZERS STEEDS
VAN SLAG EN IK KRIJG
GEEN KIPPENVEL
MEER BIJ OUDE HERINNERINGEN.
DAGERAAD HOUDT MIJ LICHT EN DE NACHT
SLIJPT MIJ BIJ. IK BEN EEN POTLOOD.
MET EEN SCHERPE PUNT. NOG MAAR EEN STOMP.
MEEBEWEGEN OP HET RITME VAN HONGER DORST SLAPEN.
EN WAKKER ZIJN IS ALLES.
GAAT GOED TOT MIJN HART HET BEGEEFT.
HET BREIN OP IS.
HET MAAKT DAN NIET UIT WELKE DAG HET IS EN
IN WELK JAAR. BEITEL NUL IN HET MARMER. IK HEB LANG GENOEG
GELEEFD. ZONDER NAGESLACHT. ZONDER MOEDER OOK. MET
TE VEEL WERELD IN MIJ.
ASTRID H ROEMER
Geen opmerkingen:
Een reactie posten