Dat ik leef omdat jij bereid was
tot bloedens toe te gaan voor mij en
nog drie anderen en
wat moederkoek was werd melk en stem en spreken
gelouterd tot een blik die mijn hemelboog
is gebleven
niets dan water tussen ons
nauwelijks vasteland samen en geluiden die mijlen
strekten om te warmen het lijf
soms regent het ontstellend en dan weer is het de maan
helder als een belofte zo hard als goud en
verjaard tot zwijgen
een grafsteen die schittert en nooit wil spreken
over drie anderen en jou.
ASTRID H ROEMER 9 september Paramaribo 2020
Geen opmerkingen:
Een reactie posten